In jouw kinderjaren leerde je jouw behoeftes ontkennen.
Wanneer je als jongere niet bent opgegroeid in een veilig en liefdevol gezin, is de kans groot dat je geleerd hebt jouw behoeftes te negeren.
Het leven bracht je immers niet waar je naar verlangde: oprechte liefde. Daardoor leerde je jouw behoeftes en het Leven de rug toe te keren. Geluk en liefde waren om één of andere reden niet voor je weggelegd. Je zei dat het je niet uitmaakte, dat je niet zoveel nodig had. Je kon het wel alleen. Meer en meer vervreemde je van jouw gevoelens en verlangens. Om te overleven leerde je je te focussen op wat de ander wou en jouw behoeftes te ontkennen.
Behoeftes hebben werd gelinkt aan pijn.
Iets willen en niet krijgen.
Nu als volwassene in herstel, sta je voor de uitdaging om terug contact te maken met wat jij wilt. Mogelijk vraag je je af: “Gaat het nu anders zijn? Ga ik nu wel krijgen wat ik wil?”
Je besluit jouw angst te overstijgen en maakt contact met wat jouw verlangens. Beter nog, je spreekt het uit of schrijft het op.
Vervolgens vindt het onvermijdelijke plaats! Je krijgt niet wat je wenst! Je wordt kwaad, gefrustreerd en voelt dezelfde wanhoop die je als kind zo vaak gevoeld hebt.
En dan zegt de wet van de aantrekking dat je krijgt wat je wilt als je jouw wensen uitspreekt, visualiseert en loslaat.
Als je in jouw jeugd meestal niet hebt gekregen wat je wenste, is loslaten moeilijk. Opeens behoort je jezelf te overhandigen aan Het Leven dat je als kind zoveel heeft doen lijden. Plots moet je geloven dat het deze keer anders gaat zijn. Houden ze je voor de gek?
Je hebt met man en macht gewerkt om terug contact te maken met jouw noden en nu zegt de wet van de aantrekking dat je jouw verlangens moet loslaten. Er eenvoudigweg niet mee bezig zijn.
Als je niet krijgt wat je wilt, ga je jezelf of anderen de schuld geven.
Laten we veronderstellen dat je een mooi afgewerkt huis wenst en je het niet hebt. Hierdoor voel je je gefrustreerd en ga je jezelf of anderen de schuld geven dat jouw verlangens niet bewerkstelligt worden. Dit afweermechanisme brengt jezelf en jouw naasten nergens.
Wat doe je dan wel?
Je zegt tegen jezelf dat je geen mooi en afgewerkt huis wilt. Hiermee bedoel ik niet dat je opnieuw jouw behoeftes gaat ontkennen zoals je als kind zo vaak hebt gedaan. Zeg het omdat je in jouw binnenste weet dat een perfect huis jouw geen innerlijke gemoedsrust brengt. Vertel het jezelf omdat iets hardnekkig willen forceren, je doet focussen op dingen die niet af zijn en je ongelukkig doen voelen. Verkondig het omdat je blij wilt leren zijn los van het gegeven als je nu wel of niet krijgt wat je wilt.
Leren gelukkig zijn met wat je wel hebt.
Loslaten waar je ooit zo hardnekkig vasthield. Vertrouwen waar je ooit niet anders kon dan wantrouwen. Kiezen voor het nu in plaats van het verleden en de toekomst. Leren vanbinnen zo gelukkig te zijn dat manifestaties in de buitenwereld een leuk extraatje zijn. Alles gebeurt op de juiste tijd en in de juiste volgorde. Laat jouw behoefte aan controle los. Dingen komen en gaan, maar het ‘nu’ blijft bestaan.